b. Verzamelen van informatie
Deze stap is vooral gericht op het verkrijgen van voldoende informatie waarmee een oordeel kan worden gevormd of De School het kind kan bieden wat het nodig heeft. Met het oog hierop geeft de ouder zijn voorkeur aan voor het basis- of totaalpakket.
De ouder levert informatie over de leerling aan De School. Deze informatie bestaat bijvoorbeeld uit rapporten of stukken uit het dossier van de huidige school. Ook is het mogelijk dat De School informatie inwint bij de huidige school of andere instanties. Dit gebeurt alleen na toestemming van de ouder.
We respecteren hierbij het standpunt van de ouder indien hij niet wilt dat er contact is tussen de beide scholen. De consequentie hiervan kan zijn dat wij geen oordeel kunnen geven over de mogelijkheid van toelating van de leerling. Wij adviseren de ouder dan om zelf contact op te nemen met de huidige school. Indien de ouder dit niet wilt, kan het uiterste gevolg zijn dat de aannameprocedure hier eindigt indien wij ons niet een voldoende beeld kunnen vormen over de onderwijsbehoeften van het kind.
In het geval het kind een beperking heeft (lichamelijk, gedragsmatig, verstandelijk of anderszins) kan een overleg met het Samenwerkingsverband Passend onderwijs Zuid-Kennemerland wenselijk zijn, ook dit wordt met de ouder besproken. Dit overleg (en eventueel aanvullend onderzoek) heeft als doel het zo goed mogelijk in kaart te brengen van de onderwijsbehoeften van de leerling én de mogelijkheden van De School, al dan niet met aanvulling van de diensten van dit samenwerkingsverband.
c. Intentieverklaring (mondeling)
Als zowel ouder als De School op basis van het eerste gesprek en de verzamelde informatie positief zijn over de mogelijke plaatsing van het kind, wordt de volgende stap in de procedure gezet. Deze stap is vooral gericht op het verkrijgen van een realistisch beeld van het onderwijs, leren en leven op De School. Omdat De School relatief onbekend is, is papier en ‘praten over’ niet voldoende om dit te bereiken, vandaar dat alle kinderen minimaal één proefdag meemaken.
d. Proefdag leerling
Als zowel de ouder als de School de intentie hebben om de leerling te plaatsen, draait de leerling ten minste één dag mee op school. De leerling is te gast en doet mee met de activiteiten van de groep. Proefdraaien gebeurt pas na een intentieverklaring omdat proefdraaien een grote gebeurtenis is voor zowel de aspirant leerling als de gastvrije groep.
Tijdens de proefdag wordt de leerling altijd waargenomen door twee teamleden: de ‘eigen’ leerkracht en de intern begeleider of andere collega.
Tijdens de gangbare schooltijd van de huidige school is de huidige school verantwoordelijk voor al hetgeen er met de leerling gebeurt. De ouder wordt hierop geattendeerd.
Buiten de gangbare schooltijd, bijvoorbeeld na schooltijd, op woensdagmiddag of tijdens vakanties van de huidige school, betreft het proefdraaien alleen een afspraak tussen ouder en de School.
Kort na de proefdag is er contact tussen ouders en school om de ervaringen uit te wisselen.
e. Besluitvorming
Als de ouders positief zijn, besluit het team – met consent – over aanname van het kind. Het kind wordt toegelaten indien geen van de teamleden een overwegend en beargumenteerd bezwaar heeft. Bepalend hierbij is of De School dit kind kan bieden wat het nodig heeft binnen de huidige context. Het besluit kan luiden dat er nader onderzoek nodig is, bijvoorbeeld een gesprek met de huidige school, of een gesprek met de leerling.
In dat geval wordt het besluit over aanname uitgesteld. In alle gevallen wordt hierover gesproken met de ouder.