Pedagogisch beleidsplan
De School verzorgt opvang en onderwijs voor kinderen vanaf 4 jaar tot het moment dat ze De School verlaten. Ons pedagogisch beleid geeft de dagelijkse richting aan, is de structuur en het handvat voor de dagelijkse groepsleiding en de waarborg voor het kind. Het beleidsplan is dynamisch. Nieuwe wetgeving, omstandigheden en inzichten kunnen zorgen voor verandering in beleid. Onze sociocratische werkwijze ligt hieraan ten grondslag.
Dit pedagogisch beleidsplan geeft weer waar we als De School voor staan, wat we belangrijk vinden voor kinderen, medewerkers en ouders en vanuit welke visie wij dit doen. Tevens biedt het medewerkers richting en houvast bij het pedagogisch handelen op de groep.
Visie
Ons gewenst toekomstbeeld is een samenleving waarin leren, leven en werken zijn geïntegreerd. De School is een plek waar kinderen, medewerkers en ouders (leren) samenleven, (leren) leren en (leren) werken. We bereiden kinderen voor op burgerschap (samen leren leven) en op een autonome deelname aan deze samenleving: zelfstandig en verantwoordelijk voor zichzelf, de ander en het andere. En we stimuleren kinderen in een actieve deelname aan de samenleving. Dit vanuit de visie dat deelnemen en blijven deelnemen aan de samenleving alleen kan als mensen – afhankelijk van de behoeften van zichzelf en hun omgeving – hun leven lang willen, kunnen en mogen leren.
Missie
Onze missie is het creëren van een plek die in open verbinding staat met haar omgeving op wereld-, landelijk-, regionaal- en gezinsniveau. We willen een instelling zijn die o.a. de Verklaring van de Rechten van het Kind naleeft (wereldniveau), de doelen van het onderwijs en opvang nastreeft (landelijk niveau), mensen uit regionale organisaties aantrekt (regionaal niveau) en die het gezin aanvult en ondersteunt in haar verantwoordelijkheid voor het grootbrengen van haar kinderen (gezinsniveau).
Doelstelling
Wij realiseren op De School een plaats waar leerlingen van 4 tot 14 jaar (tot het moment van het verlaten van de basisschool) ononderbroken hun talenten en bekwaamheden kunnen ontwikkelen.
Om talenten maximaal te ontwikkelen en voor te bereiden op burgerschap, is De School georganiseerd volgens de Sociocratische Kringorganisatie Methode (SKM of sociocratie). SKM biedt instrumenten om een veilige en krachtige leer- en leefplaats te creëren waarin iedere betrokkene (leerling, leerkracht, ouder) én authentiek én gelijkwaardig kan zijn.
Pedagogische doelstellingen
Onze pedagogische doelstellingen zijn:
- Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid
- Het bevorderen van persoonlijke competentie van kinderen.
- Het bevorderen van sociale competentie van kinderen.
- Socialisatie door overdracht van waarden en normen.
Wij werken aan deze doelstellingen vanuit onze drie pijlers:
I. Flexibel en op maat
De School is 50 weken per jaar open, 5 dagen per week van 8.00 tot 18.00 uur. Bijna 2.500 uur per jaar dus. Omdat onderwijs en kinderopvang op De School volledig geïntegreerd zijn hebben wij de mogelijkheid om optimaal aan te sluiten bij de behoeftes van het kind en van het gezin. Er zijn allerlei variaties mogelijk: variaties in de hoeveelheid tijd maar ook variatie in de spreiding van de tijd over de dag, de week en het jaar en natuurlijk variatie in de besteding van die tijd. Méér tijd kan! Op deze wijze is De School goed in staat invulling te geven aan maatwerk op o.a. pedagogische doelen.
Ieder kind op De School heeft een eigen persoonlijk plan. In dit plan staan naast de leerdoelen ook de sociaal- en emotionele doelen van het kind beschreven. Iedere 10 weken wordt dit persoonlijk plan door de medewerker met het kind en hun ouder(s)/verzorger(s) besproken en vastgesteld. Hiervoor is er elke tienweekse periode een uur de tijd (45 minuten gesprek, 15 minuten vastlegging). Op deze manier kan er voor elk kind een passend aanbod en een passende aanpak worden samengesteld en er bestaat er tegelijkertijd een hechte samenleving in de groepen en de gehele school. Iedereen kent elkaar. Het persoonlijk plan gaat o.a. over de sociaal-emotionele doelen en hoe daaraan gewerkt gaat worden. Ook worden afspraken gemaakt over de activiteiten waaraan een kind kan en wil deelnemen. Met een passend plan kan elk kind zich zo goed mogelijk ontwikkelen en kan er rekening gehouden worden met persoonlijke – en gezinsomstandigheden en – kenmerken. Kinderen en dus hun behoeftes verschillen immers.
Daarnaast kunnen kinderen met allerlei omstandigheden te maken krijgen zoals verhuizing, ziekte, overlijden, echtscheiding en het krijgen van broertjes/zusjes. Het persoonlijk plan houdt zoveel mogelijk rekening met deze omstandigheden. Door de hechte “mini-samenleving” die wij met elkaar vormen, is er gedurende de hele dag aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Denk hierbij o.a. aan gezamenlijk eten, buitenspel, creatieve opdrachten en gastlessen.
Doordat er op De School een vast team medewerkers aanwezig is op de dag; is er sprake van een grote mate van verbondenheid tussen de medewerkers en de kinderen. Dit biedt kinderen veel fysieke en emotionele veiligheid. Deze werkwijze geeft elk kind de kans op maximaal welzijn en maximale mogelijkheden om zijn potentieel te ontwikkelen. De School ziet haar integrale aanpak ook als een sterk instrument om sociale ongelijkheid tegen te gaan en sociale veiligheid te waarborgen.
Voorbeeld: De ouders van Tom gaan scheiden. Zij bespreken dit ook in het 10 weekse gesprek. Doordat deze gesprekken iedere tien weken worden gehouden is hier genoeg vertrouwen voor. Er wordt besproken hoe het het ‘beste’ voor Tom kan worden geregeld. Afgesproken wordt dat de ouders in het weekend vertellen dat ze uit elkaar gaan en dat het team op de hoogte is, zodat ze hem maandag kunnen opvangen en tijd voor Tom kunnen maken als dat wenselijk is. Besloten wordt dat Tom voorlopig lange dagen naar De School gaat. Hij voelt zich daar prettig, thuis is het nu niet fijn, en zo hebben zijn ouders ruimte en tijd om oplossingen te bedenken voor hun problemen. Op De School is er extra tijd voor hem in de middag en de leerkracht met wie hij het beste contact heeft, gaat ‘s middags met hem aan de slag. Als hij een tekening heeft gemaakt over de scheiding en hoe de nieuwe situatie er voor hem uit komt te zien, is daar tijd en aandacht voor en wordt dit ook besproken met ouders in het 10 wekelijkse gesprek. Doordat er genoeg tijd is kan er besloten worden om het ‘school’ werk even op een laag pitje te zetten en de prioriteit te leggen bij zijn welbevinden en verwerking/aanpassing aan de veranderde situatie. Als ouders zaken moeten regelen kunnen ze dat doen als Tom lekker op De School is. Zij hoeven geen extra opvang in de middagen te regelen. Voor Tom blijft de school zijn vertrouwde, onveranderde, veilige plek
II. Zeggenschap van kinderen, ouders en medewerkers
De School creëert een omgeving waarin kinderen zich voorbereiden op burgerschap. De School op zich vormt een samenleving waar bewust en respectvol burgerschap wordt (voor)geleefd. Wij doen dit door De School in te richten volgens de sociocratische kringorganisatiemethode (SKM) , ook wel dynamisch organiseren genoemd. De sociocratische kringmethode wordt aan de bestaande structuur (traditioneel onderscheiden hoofdtaken in de uitvoeringsorganisatie) toegevoegd en is hiermee het regelende deel, d.w.z. het beleidsorgaan van de organisatie. Dynamisch organiseren gaat uit van het beginsel dat mensen ongelijke, unieke personen zijn, maar bij de besluitvorming gelijkwaardig zijn. Sociocratie kan gezien worden als een vervolg op onze bekende democratie. Bij democratie gaat het om ‘de meeste stemmen gelden’, de individuele stem wordt feitelijk als rekenfactor gebruikt. Bij sociocratie gaat het om de individuele stem als bron van inhoudelijke argumenten.
Om zo goed mogelijke besluiten te nemen is de organisatie opgebouwd uit kringen. Deze kringen hebben herkenbare niveaus: het kind (persoonlijke kring), de groep (bouwkring), de school (schoolkring) en het lokale bestuur (topkring).
Hierdoor benutten we alle kennis van iedereen om de best mogelijke afspraken te maken. Hiermee realiseren we bijna volledige kinderparticipatie.
Medewerkers van De School zijn geschoold in geweldloze communicatie. (zie bijlage 1.) Deze gespreksmethodiek legt de nadruk op het communiceren van gevoelens en behoeftes; op dat wat ons wezenlijk raakt. Daarmee stelt ‘geweldloze communicatie’ mensen in staat om zowel in verbinding te zijn met zichzelf als met de ander. De ervaring leert dat er in die verbinding helderheid ontstaat en ruimte voor mededogen en compassie. Waarmee een oplossing binnen handbereik ligt die zowel de eigen behoeften vervult als die van de ander. Deze gesprekstechniek biedt de dagelijkse praktijk handvatten en taal om sociocratie (voor) te leven. Vanuit deze grondhouding wordt op een respectvolle en sensitieve manier omgegaan met kinderen, waarbij de autonomie van het kind wordt bewaakt. Kinderen op De School leren samen te leven en zorg te dragen voor hun omgeving en zich persoonlijk te ontwikkelen tot krachtige individuen die volwaardig kunnen deelnemen in de samenleving.
Op De School wordt vanuit deze filosofie invulling gegeven aan pedagogische doelen zoals respectvolle omgang met elkaar, kennis maken met normen en waarden, burgerschap. Maar ook wordt door de kringaanpak en zeggenschap van kinderen veel aandacht besteed aan interacties tussen kinderen en tussen kinderen en volwassenen. Door de sociocratische kringorganisatiestructuur worden kinderen in positie gebracht om mee te denken en mee te beslissen. Deze structuur waarborgt de participatie.
Voorbeeld: elke week is er een sociocratisch kringgesprek met de kinderen gepland. Vandaag gaat het over het aanschaffen van nieuw buiten speelmateriaal . Alle kinderen mogen inbrengen wat zij graag zouden willen. Na de inventarisatie wordt met elkaar besproken welke ideeën aanspreken en uitvoerbaar zijn en of iedereen zich hierin kan vinden (geen overwegend bezwaar heeft). De leerkracht stimuleert de interactie tussen de kinderen, zodat er een gesprek op gang komt waarin kinderen naar elkaar leren luisteren, argumenten leren benoemen en respectvol met elkaar leren omgaan.
III. Thematisch werken met verrijkt aanbod
We werken met een thematische aanpak waarin formeel en informeel leren geheel zijn geïntegreerd. We hebben in onze aanpak het jaar verdeeld in vijf perioden van tien weken. Elke tien weken staat een ander aansprekend thema centraal, bijvoorbeeld Energie, Verkeer & vervoer, Europa of Kunst. (In totaal zijn er twintig thema’s). Elke tien weken gaan alle kinderen op excursie en elk thema is er een aanbod van bijzondere leeractiviteiten, deels gegeven door specialisten van buiten de school (gastdocenten). Dit verrijkingsaanbod vindt plaats na 14.00 uur. (Zie bijlage 2: voorbeeld van uitwerking thema in verrijkingsaanbod). Deze activiteiten worden verzorgd door onze eigen leerkrachten en door ‘experts’ van buiten de school (gastdocenten). Het aanbod na 14.00 uur is gericht op een brede ontwikkeling en de activiteiten passen binnen het thema. Kinderen kunnen in de leerlingbouwkringen en in de persoonlijke kringen meedenken over activiteiten die zij graag in dat thema zouden willen. Vaak worden de activiteiten op school georganiseerd, soms op een externe locatie. Het aanbod is gevarieerd. In het persoonlijk kringgesprek tussen kind, ouder en medewerker wordt de keuze gemaakt of kinderen hieraan meedoen. Op deze wijze kunnen kinderen in de breedte kennismaken met allerlei onderwerpen en werkvormen, ervaringen opdoen en hun potentieel aanboren. Kinderen kunnen er ook voor kiezen andere activiteiten van hun persoonlijk plan (keuze activiteiten) in de middag uit te voeren. Daarnaast wordt er (op groeps- of individueel niveau) ruimte voor spel, eet- en/of rustmomenten ingepland. Op deze wijze wordt door de School invulling gegeven aan de pedagogische doelen zoals bevorderen van persoonlijke en sociale competenties.
3. Samen met ouders
De School heeft een door de sociocratische kringmethode geborgde en verregaande medezeggenschap waarbij de ouders op alle beleidsniveaus zijn vertegenwoordigd. Op de School is een goede communicatie met de ouders dus geborgd.
Hiervoor zijn de volgende momenten:
- Dagelijkse overdracht bij het brengen en halen van het kind.
- 10-wekelijkse persoonlijke kringgesprekken waarbij het persoonlijk plan wordt vastgesteld(ouder, kind en medewerker)
- Ouderbouwkring. Deze worden per bouw georganiseerd. Hier wordt met ouders gesprokenover de dagelijkse gang van zaken op de groep. Tevens vindt er een terugkoppeling uit de hoger gelegen kringen plaats (ouderschoolkring en topkring, zie hieronder.)Ouders kunnen via de leidinggevende van de kring onderwerpen op de agenda laten plaatsen.
- Ouderschoolkring: overkoepelend voor de hele School. Ouders kunnen via de afgevaardigde zelf onderwerpen passend bij deze kring inbrengen en de afgevaardigden denken actief mee en besluiten over schoolbreed beleid. (Dit functioneert als een oudercommissie.)
- Topkring: Vanuit de ouderschoolkring neemt een afgevaardigde ouder deel aan de Topkring. In deze kring wordt het beleid en richting van De School afgestemd en vastgesteld .
- Tienwekelijkse nieuwsbrieven (via de email) waarin een terugblik en een vooruitblik wordt gegeven op de thema’s
- Overige correspondentie (via de email) over belangrijke onderwerpen en data t.a.v. De School.
Naast bovenstaande momenten participeren ouders af en toe bij excursies en bij sommige activiteiten op De School.
4. Programma na 14.00 uur
Activiteiten
Vanzelfsprekend zijn kinderen op De School bezig met zinvolle en betekenisvolle activiteiten. Het initiatief hiervoor komt zowel van kinderen, ouders als medewerkers. De basis wordt gevormd door het persoonlijke activiteiten/persoonlijk plan dat elke tien weken wordt opgesteld naar aanleiding van de uitkomsten van de persoonlijke kringgesprekken. Activiteiten worden begeleid door onze vaste allround medewerkers en door, voor speciale activiteiten aangestelde, experts. Wij bieden bijvoorbeeld activiteiten op het gebied van filosofie, muziek, dans, yoga, expressie en Engels. In bijlage 2 vindt u een voorbeeld van een opzet creatief aanbod in thema Mensen.
De activiteiten zijn tussen 14.00-17.00u en vinden plaats in de eigen groepsruimten dan wel in andere ruimten in het gebouw. Iedere tien weken wordt er een nieuw gastaanbod gemaakt passend bij het thema van de betreffende periode. Kinderen verlaten in de middag op gezette tijden hun basisgroep en volgen onder begeleiding van een vaste medewerker gastaanbod o.l.v. de aangestelde experts (gastdocenten.) Het is ook mogelijk dat activiteiten buiten het gebouw plaatsvinden. Indien kinderen hiervoor vervoerd moeten worden, geldt ons protocol ‘Veilig vervoer’.
Dagritme (na 14.00 uur)
Iedere 10 weken maken we een rooster voor het middagprogramma van 14.00 – 18.00 uur. Vaste elementen voor de middag zijn:
- Buitenspelen
- Eten en drinken
- Activiteiten aansluitend bij het thema (kinderen besluiten samen met ouders en medewerkers of zij hieraan mee willen doen)
- Aan de slag met de persoonlijk planner
- Begeleide activiteiten
Eten en drinken
Kinderen eten en drinken gedurende de dag op de School. Wij vinden het belangrijk dat dit gezamenlijk wordt gedaan. ’s Morgens eenmaal en ‘s middags een,- tot tweemaal. Daarnaast wordt er tussen 12.00 en 13.00 uur gezamenlijk geluncht. Zo goed als alle leerlingen lunchen op school. De School voorziet in lekker
eten en drinken van biologische kwaliteit. Het aanbod wordt met leerlingen op sociocratische wijze bepaald.
Leerlingen en medewerkers helpen om beurt mee met het verzorgen van dit eten en drinken. Indien een kind een dieet volgt, wordt hier indien mogelijk rekening mee gehouden en zal De School zorgen voor de benodigde eten- en drinkwaren.
Traktaties en uitdelen
Ouders en school willen graag dat feestelijkheden gevierd worden en dat traktaties voor iedereen gezellig en acceptabel zijn. De School wil voorkomen dat traktaties veel, groot of ongezond zijn en we geven ieder kind de gelegenheid om te trakteren. Sinds 2012 kennen we het volgende traktatiebeleid dat in gezamenlijk overleg tussen school en ouders is opgesteld en vastgesteld.
5. Stamgroepen
De School kent momenteel vier bouwen: een onderbouw, middenbouw, een jonge bovenbouw en een bovenbouw. In iedere bouw zijn maximaal 24 kinderen aanwezig. Afhankelijk van het aantal kinderen dat na 14.00 uur aanwezig is in de onder,- en middenbouw kunnen er meerdere groepen zijn (A en B), zodat er niet meer dan 20 kinderen per groep aanwezig zijn. De kinderen van een bouw hebben de beschikking over twee (stamgroep)ruimtes. Er zijn niet meer dan 12 kinderen onder de verantwoordelijkheid van 1 medewerker per stamgroepruimte. Voor de onderbouw is dit 1 medewerker per 10 kinderen. Indien nodig komt er een 3e medewerker in de ruimte waar meer dan 10 kinderen zijn. Tussen de twee stamgroepruimtes en naar de gang zijn grote ramen; waardoor goed zicht is op wat er op een groep gebeurt.
- Onderbouw: kinderen van 4 tot ongeveer 7 jaar
- Middenbouw: kinderen van ongeveer 7 jaar tot 9 jaar
- Jonge bovenbouw: kinderen van ongeveer 7 tot 10 jaar
- Bovenbouw: kinderen van ongeveer 9 jaar tot het einde van de basisschoolleeftijd.
Als de groepsgrootte het toe laat dan voegen we de groepen samen tot één groep.
6. Afwijken van de beroepskracht-kind ratio
In de wet Kinderopvang is vastgelegd wat het aantal toegestane kinderen is ten opzichte van het aantal pedagogisch medewerkers. Hier houden wij ons aan op De School. Afhankelijk van de grootte van de groepen kan de inzet van het aantal leerkrachten per dag wisselend zijn. In de wet is ook vastgelegd dat we hier tijdens schoolweken voor, en na schooltijd een half uur vanaf mogen wijken. De School is het gehele jaar door geopend, behalve tijdens de kerstvakantie en wij hebben ervoor gekozen om tussen 17.00 en 17.30 af te kunnen wijken van de BKR. Tussen 14.00-17.00 en 17.30-18.00u wordt er niet afgeweken van de BKR.
7. Plaatsing en wenbeleid
Plaatsing van een kind in een groep gebeurt altijd in overleg met de ouder en het kind . Dit wordt besproken in het persoonlijke kringgesprek (hieraan nemen deel: de medewerker, de ouder en het kind). In het persoonlijk kringgesprek (PK) wordt ook afgesproken op welke manier een kind de start of overgang naar de andere bouw gaat maken (de zogenaamde wenperiode.) Er kan bijvoorbeeld gekozen worden om het kind een bepaalde periode te laten meedoen aan bepaalde instructies of activiteiten van de bouw waar het naartoe gaat. Op deze manier wordt zorg gedragen voor een vloeiende overgang.
Ouders besluiten mee over beleid ten aanzien van bouwindeling, wenbeleid, groepsgrootte en groepsindeling in de ouderschoolkring/medezeggenschapsraad. Voorwaarde is dat het aantal medewerkers per groep overeenkomstig de actuele wet- en regelgeving is.
8. Mentorschap en volgen van ontwikkeling
Elke bouw wordt geleid door een team van bevoegde medewerkers. Het trekpaard van de bouw is voor ouders het aanspreekpunt oftewel de mentor van het kind en coördineert de verschillende werkzaamheden. Het bouwteam maakt samen het groepsplan en voert elke 10 weken de persoonlijke kringgesprekken. In deze persoonlijke gesprekken wordt de ontwikkeling van het kind besproken en de activiteiten voor de komende 10 weken gezamenlijk vastgesteld. De ontwikkeling van het kind wordt gevolgd met het Ontwikkeling Volg Model (OVM). Hiermee wordt minimaal 2 x per jaar de ontwikkeling van kinderen bijgehouden. Het is een signalerings-, evaluatie- en planningsinstrument in één. Het OVM biedt een doorgaande lijn voor de begeleiding van kleuter tot tiener. Bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen die zijn gesignaleerd worden in het tien wekelijkse persoonlijk kring gesprek met ouders (en kind) besproken en meegenomen in het persoonlijk plan. Indien nodig worden zij doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning. De terugkoppeling van deze gesprekken aan de andere medewerkers vindt plaats op de 10-wekelijkse studiedag die direct na de persoonlijke kringgesprekken plaatsvindt. Deze studiedag is bewust gepland in week 2 van ieder thema, zodat het voltallige team aanwezig is. Het gehele bouwteam heeft op deze manier goed zicht op de kinderen in de bouw.
In de tien wekelijkse mailing aan ouders wordt het team van de bouw en het trekpaard/mentor per bouw gecommuniceerd. Tevens wordt er een samenvatting van de ondernomen activiteiten gegeven alsmede andere nieuwswaardigheden gedeeld.
9. Medewerkers
Onze medewerkers zijn allemaal bevoegd (voornamelijk HBO geschoold) en in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Onze ‘experts’ zijn altijd deskundig in het domein waarin ze activiteiten verzorgen, hebben ruime ervaring met het werken met kinderen en zijn in het bezit van een VOG. Indien zij geen officiële kinderopvangbevoegdheid hebben, werken zij altijd samen met een vaste medewerker die wel een bevoegdheid heeft. Deze heeft altijd de eindverantwoordelijkheid.
Het komt voor dat we met stagiaires werken van de PABO. Indien de vooropleiding van de stagiair voldoet aan de opleidingseisen pedagogisch medewerker Kinderopvang tellen we deze medewerkers mee in de BKR. Ook stagiaires werken altijd samen met een vaste medewerker om zo de continuïteit en het aantal vaste gezichten op de groep te bevorderen. Ook stagiaires dienen voorafgaand aan de start van de stage in bezit te zijn van een VOG.
Stagiaires op De School worden begeleid tijdens de werkzaamheden op de groep door een van de leerkrachten uit de bouw waar de stagiaire geplaatst wordt. Daarnaast worden zij met het maken van hun opdrachten ook vanuit de Pabo-opleiding begeleid. De stagiaires begeleiden de kinderen tijdens de activiteiten zoals vastgesteld in het tien wekelijkse persoonlijk plan, de activiteiten die worden aangeboden tijdens het gastaanbod, het buitenspelen, de eet,- en drinkmomenten en, indien nodig, tijdens excursies. In het kader van scholing kan het voorkomen dat een stagiaire als opdracht het OVM van een kind invult en/of een persoonlijk plan schrijft. Deze twee activiteiten worden altijd gecontroleerd en van feedback voorzien door een vaste medewerker.
Deskundigheidsbevordering
De School beschikt over een intern opleider; zij biedt leerkrachten (en ook stagiaires) coaching en begeleiding op de groep. Daarnaast zijn (bijna) alle medewerkers in bezit van een EHBO-diploma en zijn allen opgeleid als BHV-er. Tevens zijn er 10 studiedagen per jaar waarin medewerkers met elkaar leren en ontwikkelen.
Pedagogisch beleidsmedewerker
Vanaf 1 januari 2019 geldt de verplichte inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker. De kwalificatie- eisen voor deze functie zijn verder uitgewerkt in de cao Kinderopvang en de cao Sociaal werk.
De medewerkers op De School zijn allen gediplomeerd leerkracht of onderwijsassistent en voldoen aan de vereiste kwalificatie van pedagogisch medewerker. Voor de nieuwe functie pedagogisch beleidsmedewerker is er reeds een gekwalificeerde medewerker aanwezig. Andrea Koopmans is de Intern opleider en coach van De School. Zij is reeds belast met het begeleiden en coachen van de medewerkers. In deze functie wordt zij per jaar op verschillende bouwen ingeroosterd om coaching op de groep uit te voeren. Als voormalig schooldirecteur is zij tevens ervaren in het opstellen van pedagogisch beleidsplannen. De kringenstructuur zorgt voor het aanscherpen en vervolmaken van de beleidsvoorstellen die in de verschillende kring worden besproken. Op De School wordt in de Ouderschookring (wat betreft veranderingen binnen De School) en de Topkring (wat betreft veranderingen in strategisch of financieel beleid) over het pedagogisch beleid van De School besloten.
Bijlage 1: Wat is Geweldloze Communicatie?
Communiceren
De manier waarop we communiceren is van grote invloed op de kwaliteit van onze (werk)-relaties. En onze relaties bepalen vervolgens in sterke mate de kwaliteit van ons leven.
Zolang communiceren gericht is op het uitwisselen van wat er in ons leeft kan dat leiden tot diepgaand contact. Alleen maken sommige uitspraken of gedachten het er niet eenvoudiger op om je te (blijven) concentreren op dat wat er leeft…
Dan lijkt er weinig anders mogelijk dan in de tegenaanval te gaan of je terug te trekken. De keuze tussen ‘vechten’ of ‘vluchten’.
Geweldloze Communicatie
Een alternatief is om het proces van Geweldloze of Verbindende Communicatie te gebruiken dat is ontwikkeld door Marshall Rosenberg. Het moedigt ons aan ons te richten op wat wij en de ander waarnemen, hoe we ons voelen, wat onze onderliggende behoeften zijn en wat ieder van ons graag zou willen. Het legt de nadruk op het communiceren van gevoelens en behoeftes; op dat wat ons wezenlijk raakt. Daarmee stelt Geweldloze Communicatie je in staat om zowel in verbinding te zijn met jezelf als met de ander. De ervaring is dat er in die verbinding helderheid ontstaat en ruimte voor mededogen en compassie. Waarmee een oplossing binnen handbereik ligt die zowel je eigen behoeften vervult als die van de ander.
Geweldloze communicatie op De School
De School heeft als missie een omgeving te creëren waarin leerlingen zich voorbereiden op burgerschap. De School op zich vormt een samenleving waar bewust en respectvol burgerschap wordt (voor)geleefd. Wij doen dit door De School in te richten volgens de sociocratische kringorganisatiemethode (skm), ook wel dynamisch organiseren genoemd (op onze website vindt u uitgebreide informatie over dynamisch organiseren/sociocratie). Onze formeel geformuleerde visie, missie en doelstelling luiden als volgt:
Visie
Ons gewenst toekomstbeeld is een samenleving waarin leren, leven en werken zijn geïntegreerd. De School is de plek waar leerlingen, leerkrachten en ouders samen leven, leren en werken. School is bedoeld om dat proces te versnellen, te vergemakkelijken en te sturen. De School bereidt leerlingen voor op burgerschap: op een autonome deelname aan de samenleving: zelfstandig en verantwoordelijk nemend voor zichzelf, de ander en het andere. Op een participatieve, actieve deelname aan de samenleving: bijdragend aan de vorming en instandhouding van harmonieuze, sociale verbanden (onder andere gezin, vereniging, werk, politiek, belangenorganisaties) met respect voor zichzelf, de ander en het leefklimaat. Deelnemen en blijven deelnemen aan de samenleving kan alleen als mensen – afhankelijk van de behoeften van zichzelf en hun omgeving – hun leven lang willen, kunnen en mogen leren. Geweldloze communicatie helpt ons bij behoefte van het individu (de ‘ik) en van de ander te komen en met de verbinding die hiermee ontstaat elkaar te leren hiermee om te gaan.
Bijlage 2: Voorbeeld gastaanbod tekenen/beeldende vorming thema Mensen
Er wordt met de kinderen naast het tekenen van de mens ook gedacht aan de innerlijke mens. Hoe wek je op de juiste manier empathie, fantasie en creativiteit op?
1. Introductie – Wie zijn wij?:
Kennismaking met jezelf als mens, wat maakt je uniek? De kinderen bedenken 3 karaktereigenschappen die zij voor zichzelf uniek noemen. Deze gaan ze tekenen in een menselijk figuur.
2. Blok 1 – Zorgen voor de aarde 1:
De kinderen die kiezen voor deze les gaan aan de slag met ieders unieke menselijke figuur. Nu gaan we 3 voorkeuren bedenken voor de mens die iedereen getekend heeft. 1. Wat eet jouw figuur? 2. Welke activiteit doet je figuur eens per week? 3. Wat is zijn favoriete bezigheid tijdens school? Deze onderwerpen gaan we tekenen.
3. Blok 1 – Zorgen voor de aarde 2:
We gaan door met dit onderdeel. 1. Wat eet jouw figuur? 2. Welke activiteit doet je figuur eens per week? 3. Wat is zijn favoriete bezigheid tijdens school? Deze onderwerpen gaan we tekenen.
4. Blok 1 – Zorgen voor de aarde, wij leven samen 3:
Als de figuren met hun eigenschappen klaar zijn. Gaan we de verschillende karakters onderverdelen in drie verschillende landen. In wat voor een land zou je willen dat je karakter woont? De gastdocent heeft al kunnen inventariseren door de thema’s die de kinderen zelf kiezen al een selectie van eigenschappen gemaakt. De landen maakt de gastdocent en die hangen we aan de muur op!
5. Blok 2 – Ons lichaam 1:
De kinderen gaan een portret tekenen volgens de regels van de tekenkunst. Ik ga met een ballon laten zien hoe je een gezicht gaat tekenen. De gastdocent laat een voorbeeld van Gustav Klimt zien.
6. Blok 2 – Ons lichaam 2:
De kinderen gaan een lichaam tekenen volgens de regels van de tekenkunst. Met een meetlint gaan we onszelf meten, alvorens we zelf gaan tekenen. De gastdocent laat een voorbeeld van Leonardo Da Vinci zien.
7. Blok 2 – Ons lichaam 3:
De kinderen gaan een lichaam tekenen volgens de regels van de tekenkunst. Met een meetlint gaan we onszelf meten, alvorens we zelf gaan tekenen. De gastdocent laat een voorbeeld van Leonardo Da Vinci zien. De gastdocent gaat ook aan de gang met foto’s van idolen van kinderen. Voetballers, acteurs, Bassie en Adriaan etc.
De werken worden aan de muur gepresenteerd.
8. Blok 3 – In je hoofd 1:
In dit blok grijpen we terug naar het eerste blok, zou je voor jouw eigen karakter een kort verhaal kunnen bedenken? De kinderen geven hun karakter een naam en een doel.
9. Blok 3 – In je hoofd 2:
In deze les zijn de verhalen af (verhalen van 4/5 regels). Kies een hoogtepunt uit dit verhaal en teken deze.
10. Blok 3 – In je hoofd 3 – terugkoppeling:
De tekeningen zijn klaar. De gastdocent gaat eerder naar school om deze te fotograferen en er een kort filmpje van maken. De kinderen krijgen deze te zien.